Wetterskip Fryslân introduceert de term ‘HAKLAM’. HAKLAM staat voor Hoger peil Als het Kan, Lager Als het Moet. In feite gaat het om een andere benaming voor flexibel peilbeheer in het veenweidegebied. Doel van  HAKLAM is om peilen hoger op kunnen zetten als het droger wordt, en lager als de boer bijvoorbeeld moet bemesten of als hij de laatste snee gras moet oogsten.

Het idee is dat de peilbeheerder en de boeren gezamenlijk de peilen sturen, waarbij ze samen een optimum zoeken tussen minimale veenoxidatie en voldoende draagkracht voor de bewerking van de grond. Hierbij kan Boeren Meten Water (BMW) een belangrijke rol spelen.

In dit gebied van 200 hectare wordt een flexibel peil opgezet. Er worden AquaPinnen geplaatst in de laagste delen van het gebied, waar boeren waarschijnlijk het eerst last hebben van draagkrachtproblemen. Stel dat de betreffende boeren in oktober de laatste snee nog willen oogsten tijdens een natte periode. De boeren en de peilbeheerder kijken dan in de BMW-app hoe hoog het grondwater staat op de laagste punten. Zit het grondwaterpeil daar bijvoorbeeld nog  60 cm onder het maaiveld, dan is er geen probleem. Zit het grondwater inmiddels op 20 cm onder het maaiveld en wordt er meer neerslag verwacht, dan kan het slootpeil naar beneden worden gebracht.

Naast de AquaPinnen die de grondwaterstand meten, worden ook meetpinnen gebruikt om het slootpeil te meten. Mocht er bijvoorbeeld tijdens een natte periode een groot verhang ontstaan tussen het gemaal en het eind van het bemalingsgebied, dan kan er op basis van de metingen in de app bijvoorbeeld worden besloten om de watergangen te schonen.

Greppelinfiltratie

De AquaPinnen zijn ook goed bruikbaar om het effect van greppelinfiltratie te onderzoeken. Omdat het dit voorjaar erg droog is, worden de slootpeilen soms zo hoog opgezet dat het water van de sloot de greppels inloopt. Hierdoor komt het grondwaterniveau in het midden van de percelen soms wel tot 30 cm hoger te liggen. Het is interessant om dit te monitoren. Via de continue reeks metingen van de AquaPin is te zien dat vooral na een bui hogere slootpeilen en greppelinfiltratie tot hogere grondwaterniveaus leidt. Het water wordt door de sloot en de greppel opgesloten en stroomt naar het centrum van het perceel, waar het grondwaterpeil het laagst is. Op deze manier worden de buien beter benut. Bij controlepercelen is het slootpeil het laagste punt en loopt het water weg naar de sloot.

Dankzij de gezamenlijke metingen en analyses helpt Boeren Meten Water om gedragen besluiten te nemen over het te voeren slootpeil. Bij een zoektocht naar slim peilbeheer is het van groot belang om te sturen op basis van dezelfde metingen. Boeren Meten Water draagt dus bij aan een goede samenwerking en een groeiend vertrouwen tussen boeren en beheerders.