Aanleiding

In de kustzone is sprake van verzilting. Landbouw in deze gebieden is mogelijk dankzij een relatief dunne zoetwaterlens in de percelen en zoetwateraanvoer via sloten. De aanvoer via sloten en de zoetwaterlens staan letterlijk en figuurlijk onder druk door veranderingen in de zoetwaterbeschikbaarheid en interne verzilting. Klimaatverandering (toenemende droogte en zeespiegelstijging) en bodemdaling spelen hierbij een rol. Het risico bestaat dat de zoetwaterlenzen dunner worden of zelfs verdwijnen. Daardoor kan schade optreden aan de gewassen. Door veranderingen in de zoetwaterbeschikbaarheid neemt het risico op verzilting van sloten toe. Dat deze risico’s aanwezig zijn en hoe men daarnaar kan handelen is niet altijd of slechts gedeeltelijk bekend.

In het gebied van bodemdaling, veelal veenbodems, is het van belang om het beheer van grondwater en bodemvocht zo te optimaliseren dat de veenoxidatie zo veel mogelijk wordt geremd, met behoud van landbouwkundig gebruik.